Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Misverstanden bij mestvergisting

 In deze blog wil ik een aantal misverstanden die er bestaan over mestvergisting uit de wereld helpen.  Alleen co-vergisters zorgen voor geuroverlast, monovergisters niet Mestvergisting leidt tot grote reductie van ammoniakemissie Zolang mest in de vergistingssilo's zit is er geen emissie van ammoniak, als deze tenminste goed gesloten zijn. In het biogas zit wel een beetje ammoniak, die daar bij opwerking naar aardgaskwaliteit uit verwijderd wordt. Je moet echter naar het totale plaatje kijken. In biogas zit voornamelijk CO2 en methaan, CH4, dus geen stikstof (N). De stikstof, die in de grondstoffen (met name mest) nog in gebonden vorm aanwezig is, komt terecht in het digestaat. In het digestaat voornamelijk in ammoniakale vorm. Als het digestaat uit de vergister komt, is het afhankelijk van wat ermee gebeurt hoeveel ammoniakemissie er plaatsvindt. Bij het scheiden van digestaat komt bijvoorbeeld veel ammoniak vrij. Ook bij het bemesten met digestaat wordt steeds meer aangenomen da
Recente posts

Beoordeling van geur bij vergunningverlening in Fryslân

Geurhinder in de praktijk wel eens groter dan vergunning toestaat Diverse Friese bedrijven hebben in het recente verleden een vergunning verkregen met voorschriften dat het bedrijf geen of weinig geurhinder mocht veroorzaken. De praktijk valt wel eens tegen en dan kan blijken dat er bij het uitoefenen van de vergunde bedrijfsactiviteiten zoals mestverwerking of mestvergisting in werkelijkheid meer geurhinder voor omwonenden is dan volgens de vergunning toegestaan. Dat komt doordat niet alle bedrijfsprocessen gesloten zijn, sommige geurbronnen over het hoofd waren gezien en doordat luchtwassers minder goed werken dan voorheen gedacht. De niet toegestane geurhinder zou reden voor handhaving moeten zijn, maar dat terzijde. Wat ik aan de orde wil stellen, is hoe de vergunningverlener handelt bij het beoordelen van aanvragen voor wijziging van dergelijke vergunningen. In Fryslân voert de omgevingsdienst FUMO dit werk uit voor gemeenten en provincie.  Zorgwekkend patroon zichtbaar Uit een aa

Jeppemastate en haar bewoners

INLEIDING KERK EN JEPPEMASTATE IN DE SCHOTANUSATLAS-1718 Ooit stond er een voorname state met een groot park in Westernijtsjerk bij Marrum: Jeppemastate. Eerst was het een stins, later is het uitgebouwd tot groot adellijk woonhuis. Westernijtsjerk en Marrum hebben minstens een zevental stinzen gekend, waarvan na de Middeleeuwen alleen Jeppemastate en Pongastate overbleven als adellijke states. Jeppemastate stond vlak bij het kerkje van Westernijtsjerk. De stichting van deze kerk werd waarschijnlijk begunstigd door de bewoners van het Jeppemagoed, want de kerk staat in de zuidelijke hoek van het terrein, waar in de Middeleeuwen de familie Jeppema haar woonstee had. Volgens de overlevering wilde de familie Jeppema na onenigheid met de familie Ponga uit Marrum geen voet meer in de Marrumer kerk zetten. Daarom lieten ze op eigen terrein een nieuwe kerk bouwen. Waarschijnlijk is dat een fabeltje, want een kerk stichten ging niet zomaar. Als het waar zou zijn, dan moet dit geschi

De lessen van Groen Gas Nederland

Stichting Groen Gas Nederland (GGN) is de lobbyclub voor de 'groen' gasbranche. Op de website groengas.nl draait ze daar ook niet omheen: " Groen Gas Nederland vertegenwoordigt meer dan 125 bedrijven en organisaties in de biogasbranche. Groen Gas Nederland richt zich op de productie en afzet van hernieuwbaar gas aan de hand van een aantal programma’s", zo schrijft GGN over zichzelf. Dat van die meer dan 125 bedrijven en organisaties die GGN vertegenwoordigt lijkt trouwens wat overdreven als je op de website telt hoeveel partners er zijn.  Bij de term "Groen gas" gaat het hier om biogas dat tot aardgaskwaliteit is opgewerkt. (Het is trouwens verwarrend dat er nu ook een Groen Gas Coalitie is, die onder groen gas niet alleen biogas verstaat maar ook waterstof.) Dat bedrijven en organisaties door middel van een lobbyclub hun belangen behartigen, daar is op zichzelf niets mis mee. De activiteiten van GGN zijn zoals je verwacht van een belangenorgan

Waarom is Greenchoice niet eerlijk over co-vergisters?

Laatst belandde ik op de website van Greenchoice en kwam ik erachter dat je daar zelf kunt kiezen van welke groene stroomproducent je stroom gaat afnemen. Op de plattegrond klikte ik een aantal biogasinstallaties bij boerderijen aan, die stroom uit biovergisting produceren. Het verraste me dat de installaties de stroom uit alleen mest produceerden. Want veel 100%-monomestvergisters zijn er niet in Nederland. Verder kijkend naar biogasinstallaties in de omgeving van waar ik woon, bleek ook daar dat Greenchoice alleen mest als grondstof noemt. Terwijl ik van een aantal zeker weet dat het om co-vergistingsinstallaties gaat, waarbij ook ander organisch materiaal wordt vergist. Als het gaat om de productie en verkoop van elektriciteit is dat relevant, want uit drijfmest is niet veel energie te halen. Weliswaar moet de input van de vergister voor minimaal 50% uit mest bestaan om het restproduct als mest te mogen afvoeren, maar de co-producten, zoals maïs, gras, vetten, glycerine en supe

Lat moet hoger bij subsidiëring biovergisting

Biovergisting heeft een duurzaam imago. Er wordt in vergisters uit biomassa biogas gevormd dat voor ca. 60% uit methaan bestaat. Van het methaan wordt elektriciteit, warmte of ‘groen’ gas geproduceerd. Er zijn bijvoorbeeld vergisters die rioolslib vergisten, mest- of co-vergisters op varkens- of melkveebedrijven, grootschalige industriële mest- of co-vergisters en vergisters van bietenrestjes bij de suikerfabriek. Biogas kan een duurzame bron van energie zijn, maar biovergisters hebben onderling heel verschillende bedrijfsmodellen. Helaas blijkt energie uit biovergisting in de praktijk niet altijd zo duurzaam te zijn. De soort biomassa, het transport ervan en wat er met het restproduct digestaat gebeurt, hebben daar veel invloed op.

Marrumer militairen in de tijd van Napoleon

In Franse dienst Afb. 1 Napoleon Toen Nederland door Napoleon was ingelijfd bij Frankrijk, van 1810 tot 1813, werden jonge mannen uit ons land opgeroepen voor militaire dienst in Napoleons leger. De Fransen voerden in die tijd een goede administratie en er is in de archieven gedegen onderzoek gedaan naar de Friese militairen in de Franse tijd. De gegevens staan op internet en daarbij zijn ook gegevens te vinden over Marrumers die onder de wapenen waren geroepen. Sommige familienamen komen ook nu nog in Marrum voor, zoals Zoodsma en Stelpstra en ook meer algemeen voorkomende namen als Dijkstra en Van Dijk.